De Taalunie ondersteunt de internationale neerlandistiek met basisfinancieringen, beurzen, een jaarlijkse zomercursus voor studenten, docentennascholingen en gastdocentschappen.
In alle schoolvormen van het regulier onderwijs in de vijf buurtaalregio’s (de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Hauts-de France) kun je met de steun van de Taalunie het Nederlands als vreemde taal leren.
Op 9 september 2021 lanceerde de Taalunie de website mijnNederlands, een online platform voor iedereen die wereldwijd Nederlands onderwijst, onderzoekt, leert of gebruikt. Op mijnNederlands komen inmiddels sprekers van het Nederlands uit meer dan zestig landen bij elkaar. Lesgevers Nederlands als Vreemde Taal vinden er nascholingsaanbod en relevante publicaties en kunnen lesmateriaal met elkaar uitwisselen.
Docenten en onderzoekers vinden elkaar in de gebruikersdatabank en kunnen op mijnNederlands bovendien financiering aanvragen. Studenten en leerlingen kunnen er terecht voor informatie over de beroepsperspectieven die het Nederlands biedt, oefenmogelijkheden en interessant materiaal. Zo komen sprekers van het Nederlands over de hele wereld dichter bij elkaar. In 2022 wordt het platform verder uitgebouwd om verder in te spelen op de behoeften van gebruikers.
Naar aanleiding van de overstromingen in Wallonië in juli 2021, o.a. in de provincie Luik, stelde de Taalunie voor scholen in de getroffen gemeentes een noodfinanciering ter beschikking. Scholen van alle onderwijstypes en alle onderwijsnetten die schade hadden opgelopen door de overstromingen konden een noodfinanciering van maximaal 2.000 euro aanvragen. Deze financiering was bedoeld voor de aankoop van (digitale) lesmaterialen en leermiddelen voor het onderwijs Nederlands als Vreemde Taal / Buurtaal. De school kon zelf beslissen welke materialen aangekocht werden.
Door een toekenning van een eenmalige subsidie door de Nederlandse Tweede Kamer en de Vlaamse Regering beschikt de Taalunie in 2021-2024 over middelen om de universitaire afdelingen Nederlands buiten het taalgebied te versterken. In het najaar van 2021 namen 27 neerlandici uit 21 landen deel aan een participatietraject om te bespreken hoe deze subsidie het best besteed kon worden. In intensieve gesprekken verzamelden we in korte tijd gerichte informatie over gemeenschappelijke uitdagingen en mogelijke duurzame, breed gedragen oplossingen hiervoor.
De gezamenlijke conclusie was om de impulssubsidie in te zetten op menskracht, verbinding en samenwerking, de attractiviteit van de studie en de zichtbaarheid van de internationale neerlandistiek in haar geheel. In 2022-24 volgt de vertaalslag naar concrete impulsprojecten, uitgevoerd door en voor het veld.
Nieuwe aanwas van jonge onderzoekers is belangrijk voor de toekomst van de internationale neerlandistiek. In augustus 2021 vond voor het eerst een (online) colloquium plaats voor Centraal-Europa en het Duitse taalgebied. Zo’n dertig onderzoekers uit deze regio’s presenteerden hun onderzoek en discussieerden erover met vakgenoten. Er was een grote variëteit aan onderwerpen, van taalkunde en letterkunde tot vertalen, cultuurgeschiedenis en didactiek van het onderwijs Nederlands als vreemde taal.
In de online cursus ‘Gesellig Afrikaans / Nederlands leren spreken’ kunnen Afrikaanstalige studenten hun Nederlands naar een hoger niveau tillen. Ook kunnen alle docenten Nederlands die verbonden zijn aan een afdeling Nederlands in Zuid-Afrika de cursus in een (volledig) online leeromgeving inzetten. Met de cursus bereikt de student het niveau A2/B1. Studenten die al kennis van het Afrikaans hebben, hebben een voorsprong bij het leren van het Nederlands, want ruim 60% van de woordenschat in het Afrikaans en het Nederlands is hetzelfde.
‘Vloeiendheid’ is een belangrijk doel van tweede en vreemde taalverwerving. Een vloeiende spreker kan moeiteloos en vlot spraak produceren, zonder onnatuurlijke pauzes en andere haperingen. Aan de Universiteit van Oldenburg is met steun van de Taalunie voor het onderwijs Nederlands als vreemde taal in het voortgezet onderwijs in Duitsland een ‘fluency-app’ ontwikkeld. Via die app kunnen leerlingen werken aan hun spreekvaardigheid zonder dat er iemand meeluistert. Dat is nuttig omdat communiceren met anderen bij angstige leerders spanningen kan oproepen en zelfs kan leiden tot het vermijden van de doeltaal. Ze zijn dan minder bereid om risico’s te nemen en te experimenteren in de vreemde taal.
De app geeft directe, individuele feedback, biedt de leerder een veilige omgeving om aan spreekvaardigheid en vloeiendheid te werken, fouten te maken en vertrouwen op te bouwen. Bovendien ondersteunt deze digitale tool leerkrachten in hun taak. De app is eind 2021 opgeleverd en wordt nu in een pilot onderzocht met 90 Duitse leerlingen van vijf scholen uit de grensregio.
gebruikers
organisaties
onderwijsmaterialen
landen
Studenten Nederlands aan de Universiteit van Wes-Kaapland, Bellville, Zuid-Afrika
Studenten Nederlands aan RWTH Aachen University, Duitsland
Studenten Nederlands aan het Institut für Niederländische Philologie, Wilhelms-Universität, Münster, Duitsland
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie.
De cookies worden niet gebruikt voor commerciële doeleinden, zoals het tonen van advertenties.
Aanvaarden